Op 31 oktober was Herman Vande Velde te gast in Delft; hij woont en werkt al 35 jaar in Estelí en was op bezoek in zijn geboorteland België. Het spannende aan zijn bezoek was het feit dat Herman pro-Ortega is en daarmee een stem geeft de dictator, zoals Ortega hier gezien wordt. Ik vond het enerzijds dapper dat Herman het gesprek wilde aangaan, met 17 andere mensen waarvan 5 Nicaraguanen (1 pro-Ortega en 4 tegenstanders) en 12 Nederlanders. Maar anderzijds ook onbegrijpelijk hoe hij de situatie beoordeelt.
Voorzitter Hanneke Maasland noemde de (o.i. objectieve) bronnen waaruit de informatie tot ons komt, zoals VN, Amnesty International, Reuters, CIA World Fact Book, Wereldbank, Human Right Watch. En ze vermeldde de cijfers, waardoor we een gezamenlijk startpunt hadden.
Herman ging in zijn presentatie eerst uitgebreid in op zijn organisatie ABACOenRed, die als thema heeft ‘authentieke samenwerking’. Hij heeft met ABACOenRed de afgelopen maanden binnen het ministerie van onderwijs 2 bijeenkomsten georganiseerd, met als idee ‘gevoelens en gedachten te delen’, anoniem (?), en een rollenspel gehouden met voor- en tegenstanders van de regering; het is de bedoeling die bijeenkomsten ook op lagere niveaus in de hiërarchie te gaan uitvoeren. Zijn laatste 2 minuten reageerde hij op inhoudelijke punten, volgens hem was het aantal asielaanvragen in Costa Rica bijv. veel lager. Maar in het algemeen bestreed hij het door Hanneke geschetste beeld niet.
Het gesprek ging vervolgens over de ‘aanloop’ naar deze situatie. Hoewel velen deze ernstige crisis niet hadden zien aankomen, waren er al meer dan 10 jaar signalen die wezen op centralisatie van de macht en verzwakking van de democratie, zoals de grondwetswijziging waardoor Ortega weer kon worden herkozen in 2017. Tegenstanders van Ortega wijzen op het ondemocratische van deze grondwetswijziging, Herman vindt juist dat deze nieuwe grondwet de huidige gang van zaken legitimeert.
Verder ging het over de rol van de politie en over de paramilitaire groepen (volgens Herman zijn dat vrijwilligers die de politie helpen). Over de wegversperringen, die door criminelen zouden zijn bemand –maar ik heb zelf in een gesprek met een aantal mensen bij een wegversperring gemerkt dat dit zeer betrokken boeren waren met een helder verhaal waarom ze daar stonden. Over de rol van de drugsmaffia, die voor iedereen onduidelijk is. Er is angst en onvrijheid van meningsuiting, ambtenaren kunnen het zich niet permitteren om zich uit te spreken tegen de regering. Dit maakt m.i. de bijeenkomsten van ABACOenRed binnen het ministerie twijfelachtig.
Een ander thema was het gebruik van ‘PLOMO’ volgens Herman betekent dat niets meer of minder dan ‘Patria Libre O Morir’, maar volgens de aanwezige Nicaraguanen wordt het pas sinds dit jaar door aanhangers van de regering gebruikt; en plomo betekent ‘kogel’.
Herman noemde verder de financiële verliezen als gevolg van de demonstraties (gebouwen, ambulances etc,) en de gevolgen voor de economie (toerisme, handel).
Gevraagd naar wat wij hier nu als stedenband kunnen doen, antwoordde Herman dat het goed zou zijn de projecten voort te zetten en dialoog-activiteiten te ondersteunen. Dat werd door de aanwezigen onderschreven.
Ik denk niet dat de partijen meer begrip hebben gekregen voor elkaars standpunt, maar positief was dat de discussie respectvol is gevoerd. Ik hoop dat -ook al lijkt de dialoog in Nicaragua ver weg- in Nederland door Nicaraguanen in diaspora een dialoog wél mogelijk zal blijken.
Een uitgebreid verslag van de bijeenkomst met Herman is bij de stedenband verkrijgbaar.
Ria van Oostveen