Estelí zelf bezoeken is zeer de moeite waard en de Stichting Stedenband Delft-Estelí organiseert ook af en toe reizen naar Nicaragua.
Hieronder een korte achtergrondschets van Estelí, een departement in het noorden van Nicaragua, zo groot als de provincie Groningen, met ruim 225.000 inwoners. De hoofdstad is de gelijknamige stad Estelí, onze zusterstad.
De stad Estelí heeft meer dan 125.000 inwoners en ligt aan de Panamericaanse snelweg, tussen Managua en de grens met Honduras. De stad ligt op 820 m hoogte, met een klimaat dat ideaal is voor landbouw, vooral tabak- en koffieplantages.
De naam Estelí
Het woord is herleid uit de talen Matagalpan Lí en Nahuatl Eztli, wat komt van de woorden Eztlili, eztli oftewel bloed en Li wat water betekent: rivier van bloed, rivier van rood water. De naam komt waarschijnlijk doordat de rivier die door Estelí stroomt, soms roodachtig van kleur is. De rode kleur valt het meeste op in de buurt waar de rivier in de rivier Coco uitmondt. Daar is het contrast tussen het heldere water van de Cocorivier en de rode kleur van de Río Estelí het grootst is.
Nicaragua
Estelí ligt in Nicaragua, het grootste en één van de armste landen in Midden-Amerika. Het ligt tussen de Atlantische Oceaan aan de oostzijde van het land en de Grote Oceaan aan de westkant. Het land is ruim 3 keer zo groot als Nederland en er wonen in totaal ongeveer 6 miljoen mensen, waarvan bijna 2 miljoen in de hoofdstad Managua. In Nicaragua wordt voornamelijk Spaans gesproken, maar in het oosten ook Misquito (een indianentaal) en Engels.
Geschiedenis
Columbus voer in 1502 voor het eerst op de Caribische Zee langs Nicaragua. Pas zo’n 20 jaar later betraden Spanjaarden het land, vanaf de Stille Oceaan. Nadat de oorspronkelijke Indianenvolken door de Spanjaarden verslagen waren, ging Nicaragua vanaf 1524 behoren tot het Spaanse rijk. In 1821 werd het land onafhankelijk van Spanje, maar tot 1838 maakte het nog deel uit van eerst Mexico en daarna van de ‘Verenigde Provincies van Centraal-Amerika’. In 1838 werd Nicaragua volledige onafhankelijk.
Gedurende het centrale deel van de 20e eeuw was in Nicaragua de familie Somoza allesbepalend. In 1937 waren er en half jaar na een staatsgreep -oneerlijke- verkiezingen, waarbij generaal Somoza tot president werd gekozen. Hij zou het land gedurende 20 jaar als een dictator besturen. Nadat generaal Somoza in 1956 werd vermoord volgde zijn zoons hem op en zij wisten de macht te houden tot 1979. De dictatuur was volledig gericht op het verrijken van de eigen familie en een paar metgezellen. Ondertussen groeiden de verschillen tussen arm en rijk . Voor de bevolking van Nicaragua was de maat vol toen hulpgeld voor slachtoffers van de aardbeving van 1972 in de zakken van de Somoza’s verdween. Er kwam een revolutie onder aanvoering van de Sandinisten (vernoemd naar een legendarische opstandige generaal uit de jaren ’30, Augusto C. Sandino). Deze Sandinisten wisten een einde te maken aan de macht van de familie Somoza.
Op 19 juli 1979 riep men officieel de overwinning uit. Estelí heeft zwaar geleden tijdens de bevrijdingsoorlog. Tot drie keer toe hadden de opstandelingen de stad ingenomen en voerde Somoza’s leger bombardementen op de burgerbevolking uit. De nieuwe regering nationaliseerde als vrijwel eerste maatregel het omvangrijke grondbezit van de familie Somoza. Belangrijke eerste maatregelen waren het voor iedereen toegankelijk maken van basisonderwijs en het terugdringen van het analfabetisme. Via gezondheidscampagnes drong men polio en andere kinderziektes sterk terug. De Verenigde Staten zagen de succesvolle linkse revolutie in Nicaragua echter als een gevaarlijk voorbeeld voor de rest van de regio en steunden de contra’s (een groepering tegen de Sandinisten), met een zeer bloedige burgeroorlog tot gevolg. Ondanks de verkiezingsoverwinning van de Sandinisten in 1984 zouden de Verenigde Staten de contra’s blijven steunen tot het ‘Iran-contra-schandaal’ in 1986. Toen kwam naar buiten dat de Verenigde Staten illegaal wapens aan Iran hadden verkocht en met het hiermee verdiende geld de contra’s in Nicaragua steunden. In 1988 kwam er een einde aan de gewapende strijd tussen de Sandinisten en de contra’s. Er vielen in en rond Estelí tijdens deze burgeroorlog veel slachtoffers.
De eerste democratisch gekozen president van Nicaragua sinds de dictatuur was Daniel Ortega (1984-1990). De Sandinisten verloren de verkiezingen van 1990. Ortega werd opgevolgd door oppositieleidster Violeta Chamorro (1990- 1997). Het land kende in de jaren 90 enige economische groei, maar kreeg eind 1998 een terugslag te verwerken als gevolg van de orkaan Mitch. Na Chamorro werd de zeer corrupte liberaal Alemán president; hij werd tot twintig jaar cel veroordeeld maar bleef invloedrijk als leider van de liberale partij (PLC). In 2007 werd Ortega opnieuw president, nadat hij een pact had gesloten met Alemán en de RK kerk. Gevolgen van het pact waren onder andere dat het Congres instemde met een totaal verbod op abortus, tot ontsteltenis van de feministische beweging waarvan de Sandinisten in de jaren 80 een belangrijke voorganger waren. Door de nieuwe machtspositie van de Sandinisten en het pact tussen Alemán en Ortega werden de onafhankelijke instituties van Nicaragua verder uitgehold. In 2009 sprak het Hooggerechtshof Alemán vrij; de meeste waarnemers spraken van een politieke beslissing. In 2008 werden de Sandinisten beschuldigd van fraude bij door hen gewonnen gemeenteraadsverkiezingen. Drie jaar later volgden opnieuw omstreden landelijke verkiezingen. Hoewel de grondwet expliciet herverkiezing van de zittende president verbiedt, stelde het Hooggerechtshof dit artikel buiten werking en zodoende was Ortega opnieuw kandidaat. Hij wist de verkiezing van 2016 weer te winnen, hoewel volgens waarnemers sprake was geweest van een oneerlijke stembusgang en een extreem lage opkomst.
In april 2018 kwam de opgekropte woede onder de bevolking tot uitbarsting. De opstandige bevolking organiseerde betogingen en wegblokkades, maar door de regering geholpen paramilitaire groepen sloegen de weerstand bloedig neer. Honderden doden en heel veel politieke gevangenen waren daarvan het gevolg. Sindsdien is er sprake van onderdrukking en zeer ernstige beperking van de vrije meningsuiting.
Een tweede Panamakanaal door Nicaragua?
President Daniel Ortega tekende in 2013 een contract met de Chinese zakenman Wang Jing die de benodigde 50 miljard euro bijeen gaat brengen en de volledige controle krijgt over het project. Naast het kanaal komt er een internationaal vliegveld, twee havens, een spoorweg en een aantal vrijhandelszones. De concessie is vijftig jaar geldig. Volgens de regering zal het kanaal grote economische voorspoed brengen in Nicaragua. De oppositie vindt dat Ortega Nicaraguaans grondgebied verkoopt en de nationale soevereiniteit in gevaar brengt door de volledige controle in handen te leggen van een Chinees bedrijf. Ook uit de milieuhoek klinkt kritiek. Het kanaal zal het Nicaraguameer doorkruisen. Dit meer met een oppervlakte van 8 keer het IJsselmeer is het belangrijkste zoetwaterreservoir van de regio. Het kanaal zal de biodiversiteit in en rond het meer aantasten. Na de onlusten van 2018 is de kans dat het kanaal doorgaat een stuk kleiner. Inmiddels is zelfs de website van het Chinese bedrijf uit de lucht gehaald.
Europese zustersteden
Naast Delft hebben Bielefeld (Duitsland), San Feliú (Spanje) en Sheffield (Engeland) een stedenband met Estelí. Een aantal projecten in Estelí ondersteunen we gezamenlijk. Door samen op te trekken is het bovendien mogelijk om geldbronnen bij de Europese Unie aan te boren. Ons kantoor in Estelí werkt voor alle Europese zustersteden. Klik hier voor de gezamenlijke website van Europese zustersteden van Estelí.