Artikel uit Delft op Zondag 2-11-2014
Delft heeft alweer dertig jaar een stedenband met de stad Estelí in Nicaragua. Dat wordt vrijdag 7 november vanaf 17.00 uur gevierd op het Stadhuis.
Jan Alderliesten is al vanaf de beginjaren betrokken bij de stedenband, al waren er ook mindere periodes waarin hij er minder mee bezig was. “De band is ontstaan toen een groep Delftse studenten op bezoek was in Estelí”, weet de 68-jarige Delftenaar. “De burgemeester daar gaf toen een brief mee waarin hij Delft verzocht een band aan te gaan. Daar is in Delft positief op gereageerd. Dit gebeurde in een tijd waarin de gemeente zich heroriënteerde op haar positie in de wereld.
” De Gemeente Delft moest er niet alleen zijn voor haar eigen burgers, zo was de gedachte. Door de jaren heen schonk Delft materiële zaken, zoals een brandweerauto, maar bood bijvoorbeeld ook cursussen aan en droeg de stad kennis over. “Dat is de oude manier”, vervolgt Alderliesten. “Nu is het meer: hoe kun je je samen ontwikkelen? Het politiek draagvlak voor een stedenband is in deze financieel moeilijke tijd misschien afgenomen. Buitenlandse hulp is dan een kwetsbaar punt. Maar in de gemeenteraad heerst een positieve stemming over een samenwerking waarin twee steden iets voor elkaar kunnen doen. Je merkt dat tegenwoordig veel meer wordt gedacht in samenwerken. Door de komst van internet is dat veel makkelijker geworden. Vroeger moest je, als je iemand in Estelí te pakken wilde krijgen, een middag lang proberen te bellen. Nu kunnen we skypen en als je een mailtje stuurt heb je binnen tien minuten reactie.”
Michiel Dol, interim-secretaris van de stedenband Delft-Estelí, merkt op dat daardoor veel meer en makkelijker van elkaar kan worden geleerd. “In plaats van eenrichtingsverkeer is de band steeds meer tweerichtingsverkeer geworden.” Alderliesten: “Als je allebei een bepaald probleem hebt, zoals jongeren die zich in de schulden steken, dan kun je daarover met elkaar communiceren. Je kunt aangeven hoe je zoiets aanpakt en van elkaars ervaringen leren en er lessen uit trekken. Van de ervaring van de één wordt de ander wijzer.”
De stedenband Delft-Estelí heeft meerdere Delftse partners die actief betrokken zijn bij de samenwerking. Scholen, kerken en ook de Natuurwacht delen hun ervaringen en kennis met soortgelijke organisaties in Nicaragua. Wat nog ontbreekt in het rijtje zijn Delftse ondernemers. “Maar iedereen is welkom om zich bij ons aan te sluiten”, zegt Ria van Oostveen. “Wij vinden vast wel een partner uit Estelí voor je.”
Bredere kijk
Jan Alderliesten, Michiel Dol en Ria van Oostveen vinden het mooi om met de stedenband bezig te zijn. “Het geeft een bredere kijk op de wereld en het is goed voor je ontwikkeling”, zegt Van Oostveen. “Ik heb het geluk dat ik in een welvarend land als Nederland ben geboren”, vult Alderliesten aan. “Ik probeer op deze manier een beetje bij te dragen aan het welbevinden van mensen die aan de andere kant van de wereld hun leven met een achterstand beginnen.” Dol: “Je gaat er ook anders door naar Nederland kijken. Sommige Nederlanders willen alleen maar meer, meer, meer, terwijl sommige mensen in Estelí, denk ik, gelukkiger zijn met veel minder spullen.”
Wie kennis wil maken met de stedenband, kan dit vrijdag 7 november tussen 17.00 uur en 19.00 uur doen op het Stadhuis op de Markt. Ook burgemeester Bas Verkerk is dan van de partij en er is een fototentoonstelling te zien van projecten die afgelopen drie decennia zijn georganiseerd. Iedereen is welkom. “Het is de aftrap van ons jubileumjaar”, zegt Dol. “We vieren dan het verleden met een blik op de toekomst.”