Op 19 juli was het precies 40 jaar geleden dat de guerrillastrijders van het FSLN samen met de bevolking de dictatuur van de Somoza-familie omver wierp. Dat was ook bijna op de kop af een jaar en drie maanden na het begin van de protesten tegen de nieuwe dictatuur, nu van Daniel Ortega en zijn vrouw Rosario Murillo. Ortega greep het moment aan voor een lange speech en hij verklaarde zijn termijn uit te dienen.
Sinds april 2018 eist het grootste deel van de bevolking dat Ortega opstapt. Zijn langzaam gegroeide dictatuur geldt al vanaf 2007 en de mensen zijn hem zat. Maar opnieuw ontnam Ortega alle hoop aan de oppositie. Hij blijkt allerminst inschikkelijk, ondanks de toenemende druk vanuit het buitenland. De Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) zet in op sancties om democratisering van Nicaragua te bespoedigen. De enige handreiking die Daniel Ortega deed was de toezegging dat de kieswet aangepast zal worden. Maar hij zal zijn termijn tot 2021 “gewoon” uitdienen, zo zei hij. Overigens lijkt de machtspositie van zijn vrouw, Rosario Murillo, versterkt binnen het FSLN. Een nieuwe familie-dictatuur lijkt zo in de maak. Temeer Daniel Ortega de oppositie uitdaagde een echte politieke partij op te richten. Vast staat dat op dit moment juist het FSLN de enige politieke organisatie is die in heel het land een vuist kan maken.
De oppositie, verenigd in de Blauw-witte nationale eenheid (UNAB), lijkt verdeeld over de aanpak. Het meeste gematigde deel, samengebracht in de Burgeralliantie, wil blijven proberen te onderhandelen. Zelfs als Ortega met de voeten aangeeft daaraan niet mee te doen. Op 31 juli kwam er geen regeringsdelegatie opdagen bij een dialoogsessie. Het radicaler deel van de UNAB, de sociale beweging, gaat daarin niet (meer) mee en vraagt de Burgeralliantie beter naar heel het volk te luisteren.
De laatste maanden duiken er geregeld berichten op van nieuwe moorden op tegenstanders van de regering. Dat gebeurt niet meer tijdens demonstraties in de steden, maar meer in het geniep in de rurale gebieden. Een recente analyse van de Nicaraguaanse mensenrechtenorganisatie CENIDH laat zien dat het om politiek gemotiveerde moorden gaat. Daar lijken paramilitaire of para-politionele groepen -straffeloos- achter te zitten.
Al met al is er nog weinig verheugends te melden uit Nicaragua. Angst regeert het gewone leven van de Nicaraguanen. Ondanks de buitenlandse druk staat de repressie nog stevig overeind. Naar mate het langer duurt voor er een aanvaardbare oplossing voor het conflict komt, dreigt geweld het over te nemen van de nog steeds vreedzame aanpak van de demonstranten. Het zou, helaas, niet de eerste keer in Nicaragua zijn.
JanGeert van der Post